Laat buurtbewoners vooral zelf aan het woord. Zij zijn zelf het beste geëquipeerd om plannen voor hun straat of buurt te ontwikkelen.
In steeds meer buurten bepalen bewoners zelf wat goed is voor hun buurt. Als projectleider van KOEK zie ik dat het prima werkt, als mensen zelf hun problemen definiëren en zelf oplossingen daarvoor formuleren. Het levert vaak betere resultaten op dan wanneer een (sociaal) professional voor bewoners spreekt en dingen fikst. Het is immers hún oplossing.
Dankzij de inzet van buurtbewoners kan een saai (poep)veldje een levendige buurttuin worden of brengt een muurschildering kleur in de buurt. Of komt er een actie tot stand waardoor ook minderbedeelde buurtbewoners een fijne kerst kunnen vieren.
De professional kan buurtbewoners met elkaar – en met instanties –verbinden. Hij helpt bewoners om kansen en perspectieven te blijven zien, vooral als ze in oude patronen dreigen vast te lopen.
Dit vraagt van een professional dat hij verbindingen legt tussen mensen, ambtenaren en andere betrokkenen, om in gezamenlijkheid naar oplossingen te zoeken. Bijvoorbeeld bij de aanpak van zwerfvuil en hondenpoep: de professional kan aandringen op betere handhaving, maar hij kan ook buurtbewoners betrekken bij een andere, creatievere oplossing.
Om zijn rol te kunnen vervullen, moet de professional durven te vertrouwen op de wijsheid en kennis in de buurt. Hij moet voortdurend in gesprek zijn met buurtbewoners, aanwezig zijn bij belangrijke gebeurtenissen in de buurt, zijn focus richten op de krachten in de buurt en duurzame relaties met sleutelfiguren (connectors) aangaan. Dat veronderstelt onder anderen dat de professional in een buurt rond loopt, op zoek naar mensen die kunnen verbinden. Mensen met wie hij regelmatig praat over wat er leeft en speelt in de buurt.
Verbindend werken vraagt om een groot commitment. Je gaat iets aan waarvan je bij voorbaat niet weet wat er los gemaakt wordt en waar de energie van bewoners zit. Je kunt er namelijk niet ‘zomaar uitstappen’.
Om verbindend te kunnen werken, gelden een aantal spelregels, die ook als checklist te gebruiken zijn:
* je doet niets VOOR mensen, je komt niet met een aanbod of oplossingen
* je gaat relaties aan met mensen; kent hun namen, weet wat belangrijk is en haakt daarop aan
* je volgt de energie in de buurt
* alles begint met een gesprek
* je bent altijd uit op samenwerking
* je reageert snel, bouwt verder en houdt rekening met het momentum
* vergaderingen zijn erop gericht, om samen dingen te kunnen doen
* je werkt vanuit een positieve grondhouding
* je bent geen intermediair, niet de stem van de buurt, je bent neutraal
* je bent dienend aan de buurt, het collectief, niet aan individuele bewoners, je bent hulpverlener noch handhaver
* je vraagt je steeds af wie er niet bij is, en hoe iemand alsnog kan aansluiten
* je gaat voor het eigenaarschap van de bewoners en voor de participatie van de instanties in de buurt
Investeren in de buurt loont
Professionals van KOEK werken aan meer verbinding, tussen bewoners onderling, en tussen bewoners, instanties en maatschappelijke organisaties. Het uiteindelijke doel van die grotere verbinding is een buurt waarin bewoners zich betrokken voelen en samenwerken aan thema’s die voor hen belangrijk zijn.
In de Rijtuigenbuurt is het succes van deze benadering tastbaar. Dankzij KOEK en de aanpak Betere Buurten begint de Rijtuigenbuurt volgens de bewoners namelijk “weer te leven.” Er zijn meer onderlinge contacten, men zegt elkaar gedag, bewoners die beschermd wonen, horen er ook bij en er zijn plekken in de wijk waar mensen samen komen. Doordat buurtbewoners weer naar elkaar omzien, worden lastige kwesties als veiligheid, gezondheid, armoede en participatie op een andere manier aangepakt. Niet met zoveelste project of programma, maar uitgaande van wat buurtbewoners zelf willen en kunnen.
Reguliere manieren van werken | Verbindend werken/ community based werken |
Probleeminventarisatie en probleemgestuurd werken | Vanuit talenten, mogelijkheden en overschotten werken |
Kracht en kwetsbaar als tegenstelling | Kwetsbaar en krachtig als eenheid. Iedereen heeft iets bij te dragen |
Gefocust op hulpvragen en doelgroepen | Gericht op verbindingen, gemeenschappen, het groter maken van de kring, mensen niet alleen eigenaars laten zijn van hun problemen, maar ook van hun mogelijkheden, |
Vanuit plannen, programma’s, formats en criteria werken | Geen programma’s , aansluiten bij wat er is, wat de agenda van de gemeenschap is, op zoek naar verbinders gaan. Ruimte houden voor het onverwachte |
Gefragmenteerd, vanuit kokers werken | Geen grenzen. Alles doet ertoe. Het alledaagse als uitgangspunt |
Gericht op individuele ondersteuning en eigen kracht | Gericht op (potentiële) gemeenschappen en gemeenschapskracht |
Vanuit institutionele logica en de morele oproep om te participeren en bij te dragen | Vanuit persoonlijke, gevoelde verantwoordelijkheid, die gedeeld wordt met anderen. ‘Whatever you do for me, but without me, is against me.’ |