Ga maar staan, dan horen ze je beter!’ tipt de buurvrouw met 30 jaar bad juf-ervaring. Het toegesproken meisje staat ietwat bedremmeld op en vertelt aan de aanwezige buren dat zij graag een meidenclub wil. Er is veel voor jonge kinderen geregeld, zegt ze, maar de buurt heeft meiden van 18plus weinig te bieden. Dat het meisje het initiatief neemt, is bijzonder. Hoewel, ze treedt daardoor wel in de voetsporen van haar moeder, Fatima, die vandaag voor de hapjes zorgt en een vrouwengroep en de maandelijkse Hightea in het buurthuis begeleidt. De sfeer is goed op deze lentedag vlak voor Pasen. Het is het eerste buurtoploopje.
Lange adem vereist
Tijdens een lunch, zes weken geleden, vroeg ik aan Cheryl (Philadelphia) en Lianne (Dynamo) wanneer zij tevreden zouden zijn over het buurtoploopje. Hun antwoord: ‘als er ten minste één nieuweling komt.’ We spraken op die gelegenheid ook over de functie van een buurthuis: is het een plek voor de buurt, waar mensen zich vrij kunnen voelen om dingen te doen die zij belangrijk vinden. Is het buurthuis er voor iedereen, dus ook voor mensen die begeleid wonen, en dan niet als aparte categorie maar gewoon als buurtbewoner?
We discussiëren ook over de mogelijkheden van het buurthuis en over de kansen om nieuwe energie aan te boren. Na de lunch togen we de buurt in, om te horen wat bewoners van het buurthuis vonden. Zo hoorden we dat ook de tennisvereniging een belangrijk ontmoetingspunt vormt en dat een groepje wielrenners uit de buurt wekelijks een rondje van 80 kilometer fietst. En de geschiedenis van de buurttuin en dat bewoners elkaar op de jeu de boules baan treffen.
Na het straatjutten spraken we af dat Lianne en Cheryl wekelijks de buurt in zouden gaan om praatjes te maken en mensen uit te nodigen voor het buurtoploopje. Gewoon aanbellen en flyers uitdelen kon ook. Nog bij het feestelijk inrichten van de buitentafels, spraken zij hun twijfels uit. ‘In deze buurt werken mensen alleen maar, overdag loopt er niemand op straat, er is geen behoefte aan grotere saamhorigheid.’
Community building vereist lange adem. Het is vergelijkbaar met het verhaal over De Kleine Prins van Antoine de Saint-Exupéry, een lieftallig relaas waarin een prins door steeds weer te verschijnen het vertrouwen van een vosje weet te winnen.
Present zijn en vertrouwen winnen
De hapjes van Fatima en het warme welkom creëren een ontspannen en gezellige sfeer op het eerste buurtoploopje. Mensen worden uitgenodigd om iets over zichzelf te vertellen. En wat willen zij voor hun buurt en wat kunnen zij eraan bijdragen? Er melden zich drie! nieuwe bewoners. Ook zijn er enkele trouwe bezoekers, zoals Sonja, die graag cultureel wil koken met buren. Ze was al eerder actief voor de buurt geweest en heeft zin om weer wat te doen.
De oogst van deze lentedag is dat mensen een gezellige middag hebben, dat buurman Achmed, die nu zeven maanden in de buurt woont, met een paar buurtgenoten kennis heeft gemaakt en er drie ideeën zijn geopperd die direct opgepakt kunnen worden.
‘Er is niemand gekomen die we tijdens de buurtschouw op straat hebben aangesproken, maar ik heb wel geleerd dat je ook kunt vertrouwen op het netwerk van de bewoners die al betrokken zijn’, zegt Cheryl na afloop. Lianne beaamt dit en voegt daar aan toe ‘Mij is ook duidelijk geworden dat je je verwachtingen moet leren loslaten, en erop durven te vertrouwen dat het wel goed komt’.
De kunst van community building is om het ijzer te smeden als het heet is, en je moet niet te lang wachten om vervolgafspraken te maken met de mensen die ideeën opperen. En je moet lef tonen, mijn collega’s hoorden van bewoners dat ze het helemaal niet erg vinden al er bij hen aangebeld wordt. Ze zien het helemaal niet als een aantasting van privacy. Integendeel, buurtbewoners stellen het op prijs als mijn collega’s aanbellen, want dan hebben ze het gevoel dat ze daadwerkelijk welkom zijn. Door als community builder present te zijn, win je het vertrouwen van bewoners. En dat is uiteindelijk de crux voor het ontstaan van een hechte gemeenschap.
Irma Vroegop, sociaal ondernemer, community coach
Met Cheryl Steunebrink (Stichting Philadelphia) en Lianne van Rooijen (Dynamo Amsterdam)