- Vijf principes voor een succesvolle leeromgeving
Hoe werk je als bewoner, sociaal professional of ambtenaar samen in een veranderende wereld? Hoe ga je om met de vanzelfsprekende spanning tussen de verschillende belangen en behoeftes. Wat kan jij doen vanuit jouw rol en verantwoordelijkheid om in gezamenlijkheid te bouwen aan succesvolle netwerken, innovaties en praktijken?
Regelmatig organiseer ik, vaak samen met een netwerkpartner, leerbijeenkomsten voor verschillende doelgroepen.
Karakteristiek voor leerbijeenkomsten zijn de mate van lichtheid, veiligheid en optillen en afzakken van de praktijk. De aanpak is gebaseerd op vijf principes:
- Leren door doen en reflecteren
Geen oeverloos gepraat over missie en visie, klantroutes etc. In een leertraject bewandelden we niet de instrumentele weg en stopten we geen energie in het samenstellen van (welzijns)arrangementen of het opstellen van standaardprocedures. We richten een leeromgeving in, zorgen voor dat alle invalshoeken aan tafel zitten zodat de implementatie door de huidige uitvoerenden, professionals en bewoners zelf wordt gedaan. Door als lerend ‘team’ te willen functioneren kun je vanuit die gedeelde praktijken toewerken naar gezamenlijk innovaties. Dit gebeurde aan de hand van praktijkverhalen en het opsporen van werkzame mechanismes. Op deze manier werken we tevens aan veerkracht en bekwaamheid van de betrokkenen en zorgen we voor een verband dat in staat is zichzelf permanent te verbeteren, te vernieuwen en te ontwikkelen. Twijfelaars en critici worden op deze manier over de streep getrokken en ambassadeurs van de vernieuwing. Elkaar verhalen vertellen ipv de blauwdrukaanpak. - Samen kom je verder
Iedereen weet het maar niemand doet het. Als je vraagt naar de waarde van samenwerken vind iedereen het belangrijk. Maar toch modderen de meesten in hun eentje. Denk aan de POHer die thuis eenzame oudere bezoekt. Zij heeft goed in beeld waar deze oudere behoefte aan heeft maar het ontbreekt haar aan een verfijnde blik op wat er leeft en speelt in de buurt. Kan ook niet anders. Er is veel onzichtbaar voor beroepskrachten die niet in de buurten werken. Oplossingsrichtingen worden gezocht binnen het huidige aanbod waardoor geen innovatie plaatsvindt of verder verkenning van talenten en passie van de klant en wat mogelijk is. “Sta stil en besef; wees je bewust dat jouw scoop klein is dat je alleen samen verder komt. Stel je zelf de vraag: wie kan helpen? Welke bewoner, professional, ondernemer. Er wordt vaak gefocust op één partij, ook door bewoners: woonbouwcorporatie, de gemeente, de welzijnsorganisatie waar het heil vandaan moet komen. In dergelijk leerprocessen ga je op zoek naar mensen die mee willen doen, liefst zo divers mogelijk. Dus niet wat kan onze organisatie doen, maar wie kunnen we erbij betrekken. - Whatever the problem is, community is the anwer.
Hans Brouwer (deelnemer dagactiviteiten) heeft ruim een jaar erover gedaan om naar de dagactiviteiten van Vreugdenhof te gaan. Doorverwezen door zijn huisarts om zichzelf en zijn vrouw meer lucht en plezier te geven in hun eigen leven, in hun relatie. Op de dagbesteding doet hij mee aan verschillende activiteiten. Zelf organiseert hij een muziekmiddag waar zo’n 12 mensen op af komen. De mensen op de dagbesteding vormen met elkaar een warme gemeenschap. Als je kijk naar de rollen die mensen vervullen, zie je geen verschil tussen vrijwilliger, beroepskracht of deelnemer. Twee belangrijke factoren maken de dagbesteding succesvol: het vervoer en de ruimte voor diversiteit. Als je dit beseft dan snap je ook welke persoonlijke gevolgen evt. bezuinigingen voor Hans en zijn vrouw kan betekenen. Maar ook dat de maatschappelijke kosten op andere posten vergroot. Als vervoer op maat ontbreekt betekent dit voor hem niet alleen minder sociale contacten ook kan hij geen bezoek brengen aan een oudere alleenstaande dame in de Rivierenbuurt. Hij bezoekt haar nog regelmatig omdat hij weet hoe belangrijk sociale contacten zijn. Integraal en gebiedsgericht werken biedt kans om vanuit het besef van een diepe onderlinge verbondenheid te werken en kloven te dichten. Het biedt kans om kennis en kunde, ervaringen op creatieve en innovatieve manier aan te wenden. Dit gaat verder dan interne afdelingen de opdracht geven om samen te werken. Ook hier geldt aan welke kansen, ideeën, problemen wil je werken en betrek daarbij ook friskijkers en dwarsliggers bij en altijd met de mensen om wie het gaat. Hierin ligt een ander sturingsprincipe aan ten grondslag: niet sturen op verminderen of vermeerderen maar sturen op overschot en overhebben. - Verbinden door het persoonlijke verhaal
Als je echt luistert naar het persoonlijke verhaal van iemand dan hoor je de waarde en betekenis van hetgeen iemand zegt, dan ontstaat er oprechte verbinding. Vanuit die verbinding ontstaat de behoefte om bij te willen dragen naar eigen vermogen. Het is kunst om niet direct in oplossingen te schieten. Ieder mens heeft het recht te geven om eigen problematiek, op eigen wijze op te lossen. Alleen zo ontstaat veerkracht.
Het vraagt van hulpverleners een moed om meer nabij en persoonlijke verbinding aan te gaan. Oog te hebben voor leerervaringen die gedeeld kunnen worden met mensen in dezelfde situatie. Oog hebben voor verbinding, mensen bij elkaar brengen om samen zelf te doen en datgene wat je geleerd hebt beschikbaar te stellen voor je gemeenschap. En datgene te doen wat gedaan moet worden. - Spanning, verlangen en conflict als bron van wijsheid
Veel spanningen en conflicten ontstaan door groepsvorming en wij-zijdenken. Binnen het sociale domein worden relaties vaak tegenover elkaar gezet in de DRIEHOEK: bewoner en zijn netwerk – professional – overheid. Uitgaan van CIRKELS van verbondenheid voorkomt dat je tegenover elkaar komt te staan en triggeren het verlangen. Mensen labelen (bewoner, prof etc) versterken het wij-zijgevoel. Dit gedrag heeft geen functie, als er nog sprake is van individuen en niet van groepen. Omdat in de leerbijeenkomsten het leren centraal staat en de vuistregel is dat alles gezegd mag worden, wat gezegd moet worden, wordt voorkomen dat er standpunten worden uitgevochten. Trek dit door naar het alledaagse en iedereen draagt bij naar vermogen, er is een betere sfeer, betere verstandhouding, meer werkplezier en meer moed en lef om je als werker persoonlijk in te zetten, minder kloven tussen alle betrokkenen (bewoner, mantelzorg, vrijwilliger, beroepskracht, overheid enz).